Genealogisch overzicht van het geslacht
  Lassooij
 

 

 

 

Markt Geertruidenberg – op de achtergrond de Sint Gertrudiskerk

 

 

Door

 

H.C.M. Lassooij  

Versie 01/07/2004
 
 

Inhoudsopgave

 

01.                    Voorwoord                                                                                                      3                                                        

02.                    Het Geslacht Lassooij                                                                           5

03.                    Geschiedenis van het geslacht Lassooij                                                15

04.                    Afstammelingen van het geslacht Lassooij en toelichting betreffende
                         gevonden resultaten                                                                                         23

05. Bijlage A – Overzicht mannelijke afstammelingen op volgorde van
                         generatiecode en hun aantal nakomelingen                                                        26

06. Bijlage B – Overzicht verhouding mannelijke en vrouwelijke nakomelingen               29

07. Bijlage C – Overzicht eerstgeborenen per generatie                                                30

08. Bijlage D – Overzicht mannelijke afstammelingen per generatie/hun aantal
                         nakomelingen en aantal eerstgeborenen van het mannelijk geslacht        31

09. Bijlage E – Overzicht 10 oudste mannelijke en vrouwelijke afstammelingen en
                         totaal afstammelingen                                                                           32

10. Bijlage F – Overzicht gemiddelde ouderdom per generatie van mannen,
                         vrouwen en totaal afstammelingen                                                                    33

11. Bijlage G –Toelichting op wijze van archiveren                                                        34

12. Bijlage H – Overzicht mannelijke afstammelingen op generatiecode en het
                         uitsterven van familietakken                                                                              36

13. Bijlage I –  Rechtstreekse stamboom van de schrijver van deze familiekroniek         40                                                                                                                                               

14. Bijlage J – Overzicht per generatie op volgorde van geboortedata, aangevuld
                         met huwelijksdata, overlijdensdata en ouderdom per afstammeling        41

15. Bijlage K – Het geslacht Lassooij in de astrologie                                                    57

16. Bijlage L – Totaal geboorte-, huwelijks- en overlijdensindexen                                58                                          

 
 

Het systeem van de persoonskaarten (later persoonslijsten) werd in 1938 door de Nederlandse overheid ingevoerd. Tijdens de tweede Wereldoorlog (1940-1945) was dit systeem van groot nut voor de duitse bezetters. Immers naast de volledige personalia van elke Nederlander bevatten deze persoonskaarten/lijsten ook de personalia van hun ouders. Een onschatbare bron van informatie met gegevens die teruggaan tot ver in de 19e eeuw.

Alle LASSOOIJ’EN in Nederland zijn volgens onze overtuiging verre familie van elkaar en zij stammen dus van één en dezelfde voorvader af.

Ik hoop, dat mijn nazaten de zelfde interesse voor het genealogisch onderzoek van het geslacht Lassooij zullen hebben en dat zij dit onderzoek later zullen blijven voortzetten.

Ik hoop ook, dat zij daarbij net zoveel spanning en plezier zullen beleven als dat ik zelf heb gehad bij mijn speuren naar de geschiedenis en oorsprong van mijn voorouders uit het verre verleden.

Maastricht, 29 Februari 2000

 

 H.C.M. Lassooij 

 
 

02. HET GESLACHT LASSOOIJ

“What is in a name” is een veel gebezigde uitdrukking die kan worden geïnterpreteerd als “Ach wat een naam er toe”

De genealoog en zeer zeker de amateur genealoog die de schrijver van deze familiekroniek is zou zonder het bestaan van (familie)namen op grote problemen stuiten op zijn weg om – tot zover terug in de geschiedenis als mogelijk is – de oorsprong/herkomst van zijn/haar voorouders uit te zoeken.

In Nederland was het voeren van een familienaam in vroegere tijden niet gebruikelijk en ook niet verplicht. Het voeren van familienamen was in die tijden voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid.
De gwone burger vernoemde hun nageslacht veelal naar de voornaam van de vader. Was de                                                     voornaam van een kind Adriaen en die van de vader Jan, dan ging het kind verder door het leven als “Adriaen Jansz.”(Adriaen zoon van Jan)

Waar in Frankrijk de verplichte persoonsregistratie al veel vroeger door Napoleon werd ingevoerd, geschiedde dit in Nederland eerst in 1812 bij de bezetting van Nederland door Napoleon.

De bekende “CODE CIVIL” regelde toen de verplichte registratie van geboortes, huwelijken en overlijdens.

De genealoog zal bij zijn onderzoeken naar de geschiedenis van zijn/haar voorouders veelvuldig te maken krijgen met het probleem, dat of de naam van voorouders wordt aangeduid met de voornaam van de ouder als familienaam, dan wel in het geval van het bestaan van een echte familienaam, deze familienaam dikwijls op heel verschillende wijzen wordt geschreven.

Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat in vroegere tijden de “gewone” burger veelal de schrijfkunst niet machtig was.

Hierdoor werden door ambtenaren en geestelijken de namen opgetekend volgens de verbale uitspraak van de aangever.

Dat hierdoor gemakkelijk verschrijvingen ontstonden zal een ieder duidelijk zijn. Indien de aangifte werd gedaan door een derde (buurman, vroedvrouw, vriend etc.) die niet van het bestaan van een echte familienaam op de hoogte was of niet met de juiste schrijfwijze daarvan bekend was, waren de mogelijkheden van verschrijvingen nog groter.

Daarnaast zal zeer  zeker de nonchalance van de zijde van de aangever in veel gevallen een rol hebben gespeeld.

Heden ten dage schrijft de schrijver van deze familiekroniek zelf zijn naam als LASSOOY terwijl hij heel goed weet, dat zijn naam geschreven moet worden als LASSOOIJ.

 
 

Uit de overlevering (verhalen van vader en grootvader is bekend, dat de geslachtsnaam

LASSOOIJ van oorsprong een franse naam is. Bij latere onderzoeken is dan ook gebleken, dat het geslacht  LASSOOIJ van de Hugenoten zou kunnen afstammen.

De Hugenoten waren de volgelingen van Jean Cauvin (Calvijn), stichter van een protestantse beweging die in het midden van de 16e  eeuw ontstond uit de onvrede bij vele Katholieken over het absolutisme van de Katholieke Kerk en het gezag van de paus.

Zij stonden aan vele vervolgingen bloot. Calvijn vluchtte naar Zwitserland van waar hij het nieuwe geloof over geheel Europa predikte. In Frankrijk werd hij opgevolgd door Théodore Bézè.

Bij het edict van Saint Germain in 1562 kregen de protestanten een beperkte godsdienstvrijheid.
De tegenstellingen tussen Katholieken en Protestanten bleven echter bestaan en er ontstond een godsdienstoorlog die 30 jaren zou duren en welke aan tienduizenden mensen het leven kostte.

In de zogenoemde Bartholomeusnacht van 23 Augustus 1572 werden tal van Protestanten vermoord. In 1598 werd bij het edict van Nantes door de franse koning Louis XIV weer een beperkte vrijheid van godsdienst aan de Hugenoten toegestaan. Maar de haat tussen de Hugenoten en de Katholieken bleef bestaan en rond het midden van de 17e  eeuw laaide de strijd weer op. Vele Hugenoten namen de wijk naar het buitenland o.a. naar Duitsland, Engeland,
Zuid Afrika, Canada en ook de “De Nederlanden”.

Deze vlucht nam echter dermate grote vormen aan, dat daardoor het economische leven in Frankrijk ontwricht werd en de Franse “zonnekoning” Louis XIV het vluchten verbood op straffe van verbeurdverklaring van de bezittingen van de vluchtende Hugenoten.

Bij het edict van Fontainebleau in 1685 werd de beperkte godsdienstvrijheid voor de Hugenoten weer opgeheven. Vele franse militairen namen de vlucht en namen dienst in het “Staatse leger” (Leger van de Nederlanden).

De beweging van de Hugenoten werd in België en Nederland bekend onder de naam van de
“Waalse Kerk”. In het archief van de Waalse Kerk (ondergebracht in het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag) zijn wij de naam van het geslacht Lassooij tegengekomen.
Zie hier voor het extract (figuur 1) op pagina 8 van de ondertrouwacte van Nicolaas Lassoij en Maria Molenschot  in de Grote Kerk in Den Haag dd. 29 Mei 1746.

Verder is het ook nog interessant te vermelden, dat wij bij ons onderzoek gestoten zijn op een berg “Mont Lassois” die in de buurt ligt van Chatillions s/Seine. Wellicht dat daar de “roots”  van het geslacht LASSOOIJ” liggen. De berg Lassois ligt zuidoostelijk van Parijs, halverwege Troyes en Dijon aan de boorden van de Seine. Zie hier voor de situatieschetsen fig. 2 en fig. 3 op de volgende pagina

Wij hopen, dat wij ooit de mogelijkheid zullen hebben om dit aspect nader te onderzoeken.

 
 

 

Figuur 2: Locatie Mont Lassois

 

 

Figuur 3 : Situatie schets Mont Lassois

 
 
 

Tot nu toe voert de geschiedenis van onze voorouders ons terug naar Geertruidenberg, een plaatsje gelegen in Noord Brabant nabij de Biesbosch  aan het riviertje de Donge.

Geertruidenberg heeft thans haar betekenis verloren, maar was vroeger een belangrijk handelscentrum en later een vestingstad. De eigenlijke geschiedenis van Geertruidenberg
Begint tegen het einde van de 10e eeuw. Graaf Willem I verleende stadsrechten aan 

 

Geertruidenberg in 1231 waarmede het Holland’s oudste stad werd. De stad kende na die tijd een betrekkelijke hoge welvaart welke echter teniet werd gedaan door de “Hoekse en Kabeljauwse” twisten in het midden van de 14e eeuw.

 

 

  Figuur 1: Ondertrouwacte Nicolaas Lassoij en Maria Molenschot

 

De Sint Elisabeth’s vloed in 1421 betekende het einde van Geertruidenberg als handels –centrum en Geertruidenberg werd een vestingstad waar tot aan 1911 vele garnizoenen gelegerd zijn geweest.

In het tijdvak van 1606 – 1639 werd de stad maar liefst zes keer door grote pestepidemieën getroffen.

Geertruidenberg heeft een roerige geschiedenis gekend. Tot aan 1573 viel de stad onder het gezag van Philips II, koning van Spanje, maar viel toen in handen van de Geuzen die de stad bij verrassing innamen.

In hun strijd tegen de Spanjaarden werden de toenmalige Nederlanden gesteund door Engeland en zo had Geertruidenberg een lange tijd een engels garnizoen binnen haar muren. De Engelsen verkochten echter de stad op een verraderlijke wijze aan de hertog van Parma.

In 1593 slaagden de Nederlanden er in om de stad weer in handen te krijgen. In 1793 werd hieraan een einde gemaakt toen de Fransen de stad in bezit namen.De val van Napoleon in 1813 bracht een einde aan deze bezetting en werd Geertruidenberg definitief Nederland’s bezit.

 
 

Tijdens de bezetting door de Fransen, hebben de soldaten in de stad verschrikkelijk huis-
gehouden. Zij gebruikten bijvoorbeeld de Sint Gertrudiskerk als kazerne, sloopten het gehele interieur en stookten vuren op de grond waardoor de graven openbarstten.

Het oude centrum van Geertruidenberg heeft voor een deel nog haar middeleeuws karakter behouden en bezit een prachtige markt met middeleeuwse gebouwen waaronder het bekende “Weeshuis” dat uit het midden van de 13e eeuw stamt. De oorspronkelijke functie was een kerk maar later werd het Weeshuis ook als kazerne en gevangenis gebruikt om tenslotte te worden ingericht als het thans nog bestaande nostalgische restaurant.

Ook het fraaie raadhuis stammend uit de 14e eeuw mag daarbij zeker niet onvernoemd blijven.Zie onderstaand fig. No. 4. Het zal tot een ieder’s verbeelding spreken, dat onze oudst bekende voorouders daar ongetwijfeld vele malen voorbij moeten zijn gelopen en bij meerdere gelegenheden dit raadhuis ook binnen zijn geweest om voor de schepenen hun koopactes van grond en huizen te laten verlijden.

Nog meer spreekt het ons aan, dat een van hun verre nazaten Erwin Lassooij meer dan tweehonderd jaar later in hetzelfde raadhuis, in de vroegere zaal van de vierschaar in het huwelijk trad met Yuk Lan Chan op 8 Mei 1991.

 


                                                   
Figuur 4: Het Raadhuis van Geertruidenberg
 

 

Bij ons onderzoek naar de oorsprong en geschiedenis van het geslacht Lassooij komen wij voor de eerste keer de naam Lassoij tegen in de trouwacte van Dirck Mighielsen en Maria Meijers dd. 03/03/1686. Zie hieronder het extract van genoemde acte (figuur 5)

 


 

Figuur5: Extract trouwacte Dirck Mighielsen (Lassoij) en Maria Meijers

 

In dit verband is het ook interessant te zien hoe onze verre voorouders hun naam schreven.
Alhoewel schoolonderwijs in het verre verleden alleen voor de geestelijkheid en voor de welgestelden was weggelegd, waren sommige van onze voorouders toch in staat om hun naam te schrijven, zij het dan, dat de schrijfwijze zeker geen schoonheidsprijs verdiende.

In de volgende extracten ziet U de handtekeningen van Johannes Lassooij (Fig. 6), een zoon van onze rechtstreekse voorvader Nicolaas Hubertus, en Jacobus Lassooij (Fig. 7) (stiefbroer van Johannes). Jacobus is een van onze rechtstreekse voorvaders.

 

 
 Figuur No. 6 Huwelijksacte Johannes Lassoij en Alida van Bleijdenstijn dd. 17 Juni 1784
 
 

Bij jongere voorouders komen wij deze naam weer tegen, zij het dan op verschillende wijzen geschreven. De redenen hiervan hebben wij reeds eerder verklaard.

Zo wordt de geslachtsnaam of met een S dan wel met twee S’en geschreven, of met het in vroegere tijden gebruikelijke dubbele S teken, de ene keer met een O en de andere keer met dubbel O, met een Z in plaats van S, met een I of  IE in plaats van IJ of Y.

Door geboorteactes, trouwactes en overlijdensactes van een en de zelfde persoon met elkaar te vergelijken kan de conclusie dan ook niet anders zijn dan dat het hierbij steeds weer om de
zelfde persoon gaat ook al wordt dus zijn geslachtsnaam in de verschillende voorliggende actes telkenmale op een andere wijze geschreven. Ook hypotheekactes, testamenten en andere documenten kunnen hierbij een verdere verduidelijking geven.

De geslachtsnaam Lassooij zoals deze heden ten dage wordt geschreven komen wij voor de eerste keer tegen in de ondertrouwacte van Nicolaas Lassooij (generatiecode 4003) en Maria Molenschot dd. 14 Mei 1746, zij het dan, dat in de desbetreffende acte het vroeger in zwang zijnde dubbele S teken werd gebruikt

 


 

7: Ondertrouwacte Jacobus Lassooij en Helena Smit dd. 15 Juli 1793

 

Aangezien bij onze tot nu toe gevonden 3 oudste voorouders de familienaam LASSOOIJ – zij het dan op een wellicht andere wijze geschreven – niet wordt vermeld, gaan wij nu trachten U aan te tonen, dat het bij deze 3 oudste voorvaderen wel degelijk om voorouders van ons geslacht LASSOOIJ gaat.

Aan de hand van de geboorteacte van Nicolaas (Nicolaus – Nicolaes – Klaas), generatiecode No. 4003 (4e geslacht) is het vrij eenvoudig aan te tonen, dat alle volgende geslachten (t/m het 13e geslacht) Nicolaas Lassooij als voorvader hebben.

 

 

Hoe de juiste schrijfwijze van onze geslachtsnaam zou moeten zijn zal wel voor eeuwig een groot vraagteken blijven, omdat de aangevers in vroeger tijden de schrijfkunst niet machtig waren en de autoriteiten die de namen registreerden deze namen zo opschreven zoals die in het gehoor bij hen overkwamen.

Het doel van de genealoog is echter om aan te tonen, dat hij/zij afstamt van de door hem/haar voorouders en dat daarbij de geslachtsnaam van de gevonden voorouders niet altijd op de zelfde wijze of zelfs totaal afwijkend werd geschreven is hierbij niet relevant.

Belangrijk is, dat het verband van geslacht tot geslacht wordt aangetoond.

De naam van onze oudst bekende voorvader is Mighiel Dircksen. Zie hier voor de huwelijksacte dd. 30/10/1660 waarin het huwelijk van Mighiel Dircksen met Henrica Jansd. van Tiel wordt vermeld.

In verdere geslachtsactes wordt de naam van Mighiel op verschillende andere manieren geschreven (Magiel, Michaelis Michiel).

Gezien de geslachtsnaam Dircksen is het zeer aannemelijk te veronderstellen, dat de voornaam van de vader van onze oudst bekende voorvader Dirck geweest zal zijn. Mighiel Dircksen heeft van ons het generatiecode no. 1001 gekregen.

Uit het huwelijk van Mighiel Dircksen met Henrica Jansd. van Tiel werden zoals tot nu toe bekend, twee kinderen geboren.

Volgens de kerkelijke doopacte van 11 Maart 1659 waren dit Diderik (Ook wel geschreven als Dirck, Dierick) Mighielsen. (zoon van Mighiel) en Joannes Mighielsen. Dirck en Joannes waren dus tweelingbroers, zoals dit ook werd vermeld in de desbetreffende doopacte.

Dirck werd dus zeer waarschijnlijk – zoals toentertijd gebruikelijk – naar zijn grootvader vernoemd. Dus nog een verdere aanwijzing, dat de voornaam van de vader van onze oudst bekende voorvader inderdaad Dirck geweest moet zijn.

Joannes wordt echter in zijn doopacte vermeld als de tweelingbroer van Theodori (Theodorus Mighielsen) in plaats van als de tweelingbroer van Dirck. Op dit punt komen wij later terug.

Een goed lezer zal zich afvragen of de hiervoor genoemde Dirck dan wel een kind kan zijn van Mighiel Dircksen  en Henrica Jansd. van Tiel omdat zijn geboortedatum vroeger ligt dan de huwelijksdatum van zijn ouders.

Anno 1999 zou dit wel heel normaal zijn, maar ook in vroeger tijden kwam het veelvuldig voor, dat men eerst met elkaar “naar bed ging”om vast te stellen of de vrouw wel vruchtbaar was en dus voor nageslacht kon zorgen. Hoe meer kinderen hoe meer zekerheid voor de oudedagsvoorziening van de ouders was toen het devies.

Dirck Mighielsen (generatieode No. 2001) huwt voor de eerste keer met Marijken )Maria Adriaensd.) Meijers. Zie hiervoor de trouwacte dd. 03/03/1686, waarin overigens voor de
eerste keer de naam Lassooij wordt genoemd.

 

 

Later huwt Dirck Mighielsen (Lassoij) met Anneken Aertssen van Nederpen en ook in de desbetreffende ondertrouwactes dd. 21/101713 en 25/10/1713 als ook in de huwelijksacte
dd. 19/11/1713 wordt telkenmale de naam Lassoij vermeld. De naam Lassoij wordt ook genoemd in de begrafenisacte van Dirck dd. 22/10/1723.

Uit het huwelijk van Dirck Mighielsen (Lassoij met Maria Meijers zijn 9 kinderen bekend, waarvan Michiel (ook weer naar zijn grootvader vernoemd) de oudste is en tevens de volgende voorvader van ons geslacht is.

Michiel, geregistreerd onder generatiecode No. 3001, is volgens zijn doopacte dd. 01/01/1687 (Michael Dircksen) het kind van Theodori Machielsen en Maria Meijers. Hier wordt dus
wederom de naam van Dirck met die van Theodori (Theodorus) verwisseld. Aangezien Maria Meijers gehuwd was met Dirck Mighielsen kan het niet anders zijn, dan dat de aangever een fout heeft gemaakt en de naam van Dirck had moeten noemen. Zoals reeds eerder gesteld, komen wij later  nog terug op de onduidelijkheid betreffende Dirck en Theodori.

Michiel Dircksen (Lassoij) huwt met Catharina Turck,  zie hiervoor de ondertrouwacte dd. 18 Mei 1715 en de acte van hun kerkelijk huwelijk dd. 2 Juni 1715 waarin de naam Michael Theodori Lassoij wordt genoemd.

Onder generatiecode No. 4003 wordt vervolgens onze volgende voorvader – Nicolaas Hubertus Lassoij – vermeld. Volgens zijn doopacte dd. 3 November 1719 is hij de wettige zoon van Michiel Lassoij en Catharina Turck. Nicolaas is dus naar zijn grootvader van moeders kant vernoemd.

Hiermede hebben wij dus duidelijk aangetoond, dat Mighiel Dircksen (geregistreerd onder generatiecode No. 1001 – onze tot nu toe oudst bekende voorvader is.

Wij zullen nu trachten de vraag te beantwoorden of wij afstammen van Dirck (Diderick) dan wel van Theodorus (Theodori) Mighielsen.

Zoals reeds eerder vermeld, worden uit het huwelijk van Mighiel Dircksen en Henrica Jansd. van Tiel - onze oudst bekende voorouders, geregistreerd  onder generatiecode No. 1001 - voor zover bekend, twee kinderen geboren. Diderick (Dirck) en Joannes. Zie hiervoor de doopactes van beide kinderen dd. 11 Maart 1659.

Het vreemde daarbij is echter, dat Joannes in zijn doopacte wordt genoemd als de tweeling-
broer van Theodori in plaats van als de tweelingbroer van Dirck.

Van nog een ander kind kan geen sprake zijn; er wordt duidelijk melding gemaakt van een tweelingbroer en niet van een drielingbroer.

De tweelingbroer van Joannes wordt zelf ingeschreven als Diderick (Dirck) en niet als Theodori.  

 

 

Dirck (of Theodorus) huwt met Maria Meijers en later met Anneken Aertssen van Nederpen. Uit de 4 voorliggende ondertrouw- en trouwactes  blijkt, dat Maria Meijers en later ook Anneken  Aertssen van Nederpen gehuwd zijn geweest met Dirck en niet met Theodorus.

Uit het huwelijk van Dirck met Maria Meijers werden 9 kinderen geboren. Merkwaardig is, dat in de doopactes van dez kinderen steeds weer als familienaam Dircksen wordt genoemd – dus een aanwijzing dat Dirck de juiste naam zal zijn. Bij de eerste drie kinderen wordt alleen de familienaam Dircksen vermeld, bij het vierde kind aangevuld met Mighielsen en bij de laatste vijf kinderen met Lassoij. Vreemd is dan wel, dat Theodori Machielsen (bij twee van de kinderen) en Theodori Lassoij  (bij de overige kinderen) en Maria Meijers als ouders worden genoemd, terwijl zoals reeds eerder hierboven vermeld, Maria Meijers gehuwd was met Dirck.

Zoals uit  de verschillende familienamen van deze 9 kinderen blijkt, was in vroegere tijden de registratie niet altijd even zorgvuldig. Wellicht ligt hier dan ook de verwarring betreffende Dirck/Theodori aan ten grondslag.

De naam Theodori komt overigens wel voor in het geslacht van Maria Meijers zoals wij dit konden vaststellen aan de hand van de zelfde doopactes van de kinderen van Dirck en Maria.

Voor ons staat het echter vast, dat wij afstammen van Dirck Lassoij en niet van Theodori Lassoij omdat:

  1. Er bestaat alleen een doopacte van Dirck
  2. Dirck was de tweelingbroer van Joannes
  3. Maria Meijers huwde met Dirck en niet met Theodorus
  4. Alle kinderen van Maria Meijers dragen de familienaam Dircksen

(Kinderen van Dirck)

Wij zijn van mening, dat wij met vorenstaande uiteenzetting duidelijk hebben aangetoond, dat wij afstammen van  DIRCK MIGHIELSEN (LASSOIJ).

De geïnteresseerde stamboomverwanten verwijzen wij nog verder naar de bijlagen zoals vermeld in de inhoudsopgave.

 

 

03. GESCHIEDENIS  VAN  HET  GESLACHT  LASSOOIJ

Het geslacht Lassooij heeft een lange tijd in Geertruidenberg geleefd en waarschijnlijk is met het overlijden van Johannes Lassooij (generatiecode 4007) in 1808 het geslacht Lassooij in Geertruidenberg uitgestorven.

Verschillende takken van het geslacht Lassooij hadden echter voor die tijd Geertruidenberg reeds verlaten. Onder andere Joannes Lassooij (Dircksen) een van de zoons van Dirck Lassoij (Mighielsen).

Hij verliet Geertruidenberg omstreeks 1720 en vestigde zich in Roosendaal waar hij in 1723 huwde met Pauwelina Campen. Hij stierf in 1734 op de nog jonge leeftijd van 39 jaar in grote armoede zoals blijkt uit zijn begrafenisacte waarin vermeld staat, dat “Om armoede” maar een gedeelte van de begrafeniskosten voldaan werd.

Uit zijn huwelijk met Pauwelina Campen werden 8 kinderen geboren. Van 2 kinderen – 2 Elizabetha’s – is bekend, dat zij als kind zijn overleden. Zijn oudste zoon Andreas huwde in 1769 met Maria Van den Berg. Merkwaardig daarbij is, dat hij in de trouwacte Theodorus wordt genoemd met de aantekening, dat zijn doopnaam Andreas is. Later blijkt uit andere actes, dat Andreas zichzelf Dirck noemde. Hier zien wij dus de zelfde naamswijziging als bij zijn grootvader Dirck Mighielsen. (Zie hiervoor de bladen 13 en 14.) Andreas was van beroep meesterkleermaker. Hij stierf in 1799 op de voor die tijd hoge leeftijd van 72 jaar. Volgens een testamentaire acte liet hij al zijn bezittingen na aan zijn zuster Maria die in 1804 op de nog hogere leeftijd van 80 jaar overleed.

Later, wanneer is niet bekend, maar ergens tussen 1760 en 1778 volgde Gerardus Lassooij (generatiecode 4.009) zoon van Michiel Lassoij en Adriana Johannesd. Meijers, die naar Bergen op Zoom verhuisde en daar op 6 Januari 1779 niet in gemeenschap van goederen huwde met Catharina  Fransen. Hun huwelijk bleef kinderloos.

Hij blijkt een vermogend man te zijn geweest, want naast drie woningen in Geertruidenberg bezat hij verder 2 percelen land in de Amalia polder gelegen onder de gemeente Drimmelen en een boerderij aan de noordzijde van de Hoogstraat in Bergen op Zoom genaamd de “Lintworm”. Hij overleed te Bergen op Zoom op bijna 70 jarige leeftijd op 20 Februari 1801.

De familiebanden schijnen erg hecht te zijn geweest, gezien het feit, dat zijn broer Joannes in zijn testament bepaalde, dat zijn broer Gerardus zijn enige universele erfgenaam zou zijn en in geval Gerardus eerder zou overlijden dat dan zijn echtgenote, Catharina Fransen het vruchtgebruik zou krijgen van al zijn bezittingen. Na haar dood zouden zijn bezittingen worden verdeeld onder de kinderen van zijn stiefbroer Nicolaas Hubertus Lassoij.

In zijn woning verhuurde Gerardus Lassooij kamers. Onder andere aan een Jacob Samson.
Op de avond van de 22ste October 1801 kreeg deze bezoek van zijn zwager, een koopman die ook een kamer huurde in de woning van Gerardus Lassooij. Hij was op doorreis en wilde in Bergen op Zoom goederen verkopen aan Pieter Paulus Janssen en Bartholomeus Smets.
Daartoe volgde onderhandelingen ten huize van Gerardus Lassooij op de ochtend van de 23ste  October maar deze ontaardden in een grote ruzie die zo erg uit de hand liep, dat Pieter Paulus Janssen en Bartholomeus Smets getracht hebben om de zwager van Jacob Samson te

 

 

vermoorden. Door ingrijpen van de justitie en de deurwaarder werd een bloedbad voorkomen. Een en ander staat beschreven in drie getuigenverklaringen van de 26ste , 27ste en 29ste October 1801.

Wat is nu de maatschappelijke positie van onze vroegere Hollandse voorouders geweest? Veel is hierover niet bekend, maar toch kunnen uit de oude actes enige conclusies worden getrokken. Zo was onze tot nu toe oudst bekende voorvader Mighiel Dircksen “soldaat” in de compagnie van ene kapitein Dolman zoals blijkt uit zijn trouwacte van 30 Otober 1660. Al met al nu niet een positie om over naar huis te schrijven.

Van zijn zoon Dirck Mighielsen is bekend, dat hij twee keer gehuwd is geweest. Zijn tweede echtgenote was Anneken van Aertssen Nederpen – een dubbele naam – die aangeeft, dat zij van gegoede familie moet zijn geweest. Zij was voordien gehuwd geweest met Jan Jansz. Van Gils, een nu nog bekend Brabants geslacht.

Een voorzichtige conclusie kan dan ook zijn, dat Dirck Mighielsen in Geertruidenberg anno 1700 ook een goede positie moet hebben bekleed.

Onze volgende voorvader is Michiel Lassooij – net zoals zijn vader - twee keer gehuwd geweest. Zijn tweede echtgenote Adriana Johannesd. Meijers werd “in de kerk” begraven, een privilege dat alleen voor de “betere”stand was weggelegd.

Bedoeld hier wordt de Sint Gertrudis Kerk, gelegen oostelijk van de markt in Geetruidenberg (zie de foto op de voorpagina).

Deze kerk bestaat nu nog, maar van het graf van Adriana Johannesd. Meijers is helaas niets meer te vinden omdat aan het eind van de 18e eeuw tijdens de franse bezetting, soldaten in de kerk gehuisvest waren die toen voor onherstelbare beschadigingen verantwoordelijk zijn geweest.

Volgens de begrafenisacte van 14 April 1778 kostte haar begrafenis 13 gulden en 14 stuivers wat voor die tijd een vorstelijk bedrag was.

Michiel Lassooij moet in Geertruidenberg ook een huis en erf hebben bezeten en daarnaast een perceel “klaverland” ter grootte van een “morgen” (+ 3.180m2). Dit blijkt uit de acte van 1 Juni 1756 waarin wij kunnen lezen, dat zijn oudste zoon Nicolaas Hubertus Lassoij zijn
twee stiefbroers – Theodorus en Johannes – uitkoopt en voor 478 gulden – 7 stuivers en 8 penningen in het bezit kwam van de woning van zijn vader en voor 290 gulden en 5 stuivers
van het perceel klaverland. Voor de financiering hiervan ging hij een lening aan van 550 gulden bij Adriana Heyblom.

Nicolaas Hubertus is dus onze volgende rechtstreekse voorvader. Zijn beroep was “Bouwman” , de vroegere benaming voor het hedendaagse boer.

Hij was blijkbaar niet onbemiddeld want nog geen twee maanden later - volgens een acte van 27 Juli 1756 -  sluit hij nog eens een nieuwe lening af voor 400 gulden bij Johannes Allard voor de financiering van de aankoop van een bunder “leenland”(1 bunder = 1 hectare = 10.000m2).

 

 

Deze grond was gelegen in de “Leegenhoek”, een gebied westelijk gelegen van de stad (Zie tekening figuur 8 hieronder). Leegenhoek is identiek aan Lagenhoek. Of deze bunder leenland ook deel uitmaakte van de erfenis van zijn vader Michiel dan wel dat Nicolaas Hubertus deze bunder leenland van derden heeft gekocht is niet bekend, maar het meest waarschijnlijke is, dat het laatste het geval is geweest.

 
 

Figuur 8: Plattegrond Geertruidenberg

 

Ook uit het begrafenisregister blijkt, dat Nicolaas Hubertus Lassooij tot de gegoede burgerij van Geertruidenberg moet hebben behoord, want tijdens zijn begrafenis werd gedurende 2 uur de kerkklok geluid, iets dat in die tijd niet mechanisch of computerized geschiedde maar met de hand werd gedaan.

Volgens de woorden van de archivaris duidt dit op een zeker aanzien van de betrokken overledene. Zie op de volgende pagina het extract dat wij hebben overgenomen uit het begrafenisregister (fig. 9).

 
 

A         =  Armengeld
BKF    =  Begraven op het kerkhof
G2K1  =  Gedurende 2 uur een
                1 kerkklok geluid
BB      =  Beste baarkleed

Figuur 9: extract begrafenisregisterNicolaas Hubertud Lassoij dd. 9 Juli 1766

 

 

Op 10 Januari 1758 kopen de drie stiefbroers van Nicolaas Hubertus Lassoij - Johannes, Theodorus en Gerardus – de woning van Hermanus van Leuven voor een bedrag van 300 gulden. Deze woning was gelegen naast de woning van Nicolaas Hubertus. Links van hen woont dan Herman Wessels, een van de schepenen van de stad Geertruidenberg. Een schepen was vroeger een magistraat te vergelijken met de functie van een ambtenaar van de burgerlijke stand in deze tijd.

Het huis van Nicolaas Hubertus Lassoij wordt op 1 Juli 1777 gekocht door zijn zoon Michiel voor 367 gulden en 6 stuivers. Na het overlijden van Michiel op 29 April 1798, wordt dit huis namens de vier kinderen van Michiel op 4 December 1798 verkocht door Johannes Lassoij -
die een oom van Michiel was -  aan Adriaan Sweep voor 698 gulden en 15 stuivers. Dit is dus bepaald geen slechte deal geweest.

Behalve het huis van zijn vader kocht Michiel op 23 Maart 1784 twee naast elkaar gelegen huisjes met hof en erf van Rijtje Astma voor 390 gulden. Deze  huisjes grensden aan de woning – maar dan aan de linkerzijde – van de hier reeds eerder genoemde Herman Wessels.
Deze twee huisjes worden uiteindelijk op 26 Augustus 1808 door zijn zoon Nicolaas – die toen zelf reeds in Zevenbergen woonde – verkocht aan het gemeenteraadslid van Geertruidenberg Johannes Allard voor 215 gulden. Bij deze verkoop trad hij als gemachtigde op voor zijn zuster Adriana die toen reeds in Amsterdam woonde en zijn broer Antonius
(Anthony) van wie verder niets bekend is.

Tenslotte wordt de woning van Johannes Lassoij die overleden is op 13 September 1808, verkocht door de executeurs van zijn nalatenschap - Pieter Kokken en Johannes Weterings -  

aan de weduwe en de kinderen van Goverd Weterings  op 24 Juli 1810 voor een bedrag van   
209 guldem – 12 stuivers en 8 penningen.

Deze Johannes Lassoij schijnt nog elders in Geertruidenberg een huis met hof en erf te hebben bezeten want volgens een acte van de zelfde datum wordt een huis met hof en erf van hem -
gelegen aan de west zijde van de Koestraat - verkocht voor 109 gulden - 12 stuivers en 8 penningen. Wat met de opbrengst van deze verkopen is gebeurd is ons nog niet duidelijk.

 
http://www.lassooij.com / Stamboom / Deel 1
 
TOP